Het moet rond 1960 zijn geweest. Vijf jaar later kwam er een tweede winkel bij, op het Gerard Douplein. En daar is Rob nu de baas, de winkel in de Alexander Boersstraat wordt geleid door zijn zoon Patrick. En tot haar 79ste was moeder in de winkels te vinden. Ze zit al zeven jaar in een verzorgingshuis, maar nog steeds krijgt Rob de vraag hoe het met haar gaat.
De familie heeft een eigen, kleine verffabriek in Zeewolde, geleid door Robs oudere broer, die inmiddels ook zaken onder verschillende namen in Het Gooi heeft geopend.
Rob heeft nog wel met zijn vader gewerkt, maar de winkel vindt hij toch prettiger dan het klussen. Mensen ontmoeten, dat is het plezier. En hij heeft prettige collega's om zich heen: zuster Ineke, die al twintig jaar in de winkel werkt, en Klaas, vijftien jaar geleden als vriend hier binnengekomen en de vriendschap heeft niet geleden onder het dienstverband. Conté houdt het graag ontspannen.
In de Alexander Boersstraat willen enkele klanten nog wel eens hoog van de toren blazen, op het Gerard Douplein is daar geen sprake van. Maar ze komen wel met wensen. "Op basis van een bladdertje verf willen ze een potje van die kleur hebben. Nou, dat kunnen we maken." Het wil ook wel eens gebeuren dat iemand met een pot Praxisverf komt waarvan de kleur net iets anders moet. Een wat vergaand verzoek, maar Conté voegt welgemoed wat vloeibaar pigment toe, natuurlijk in de hoop dat de klant terugkeert. "En je zegt natuurlijk nooit ‘rot op'."
De zaken gaan niet slecht, probleem is wel dat iedere beunhaas met behulp van computerprogramma's tegenwoordig redelijk kleuren kan mengen. "Nou ja, niet perfect, wij kunnen het beter." Vroeger was het verschil huizenhoog, nu valt dat alleen op aan de klant met de betere blik.
Maar dat zijn dan ook de mensen op wie Conté op mikt. Het zijn trouwens veelal vrouwen. "Zeventig procent schat ik, en dat is al jaren zo."
Er zijn modes. "In de jaren zeventig was het hier in de buurt gewoonte de kale houten vloer te verven. Dat sprak me wel aan, maar het gebeurt niet meer." Modekleuren? "Een jaar of dertig geleden was dat felle nogal in. Zie je nu weer. Voor olijfgroen geldt hetzelfde. Komt ook weer terug." Kan hij iets voorspellen voor het komende jaar? "Nee joh, dat kan ik helemaal niet."
Hij gaat ervan uit dat de zaak in de familie blijft, en dat doet hem groot genoegen. Zo intensief als de service van zijn moeder was, zal niet meer lukken. "Zij woonde boven de zaak, men belde gewoon op alle tijden bij haar aan." Maar bezorgen doet hij nog met plezier.
Hoe ziet het er bij hem thuis uit? "Kleurrijk. Maar het mag wel weer eens bijgewerkt worden. Zoals bij iedere schilder thuis."