Ik zag hoe het assortiment in de loop der jaren langzaam werd uitgebreid. Tenslotte gingen er behalve groente en fruit bijna alle zaken over de toonbank die je bij een kruidenier kunt krijgen. En toen, ergens in de jaren zeventig, ging de familie Nienhuis over tot een drastische modernisering. De winkel was niet heel groot, maar niettemin werd hij veranderd in een zelfbediening. Voorin kwamen schappen met de kruideniersartikelen, achterin een kleine toonbank, waar groente en fruit werden afgewogen. Bij de deur stond een kassa met een stoel erachter.
Als Mevrouw Nienhuis achterin de winkel met de groente bezig was en ik of een van de andere vrouwen die heel vaak in de winkel kwamen, had een mandje volgeladen en stond bij de kassa te wachten, dan kon het gebeuren dat ze van achteren riep: ‘Sla het zelf maar even aan’.
Dan ging ik zitten, sloeg mijn boodschappen aan, opende de kassa, betaalde en haalde eventueel het wisselgeld er uit. ‘Daaaag’ riep ik dan naar achteren en ging naar huis. Dat was pas echt zelfbediening.