Doordat hij net op de hoek met de Albert Cuypmarkt zat was de kleine kruidenierswinkel van de heer Van Hartingsveldt handig om nog wat vergeten boodschapjes te kopen. Dat wist hijzelf ook, dus was hij niet de goedkoopste, zeker vergeleken met de Jac Hermans in de voormalige kerk, even verderop waar nu restaurant Bazaar in zit.
Waar je als klant ook tegen moest kunnen was de dictatuur waarmee de heer Van Hartingsveldt zijn smalle maar volgepropte buurtwinkel bestierde. Hij hield iedere klant nauwlettend in de gaten, beducht als hij was op winkeldiefstal.
Een brave meneer maakte op een ochtend een onverhoedse beweging waardoor er een fles koffiemelk op de grond kapot spatte. Een enorme knal.
Van Hartingsveldt trad naderbij, monsterde de verbouwereerde klant en keek hem enige minuten doordringend en zwijgend aan en commandeerde daarop: "Oplikken! meneer"