Als ik om 17.30 uur aan kom lopen, is het al behoorlijk druk. Er staan partytenten op het plein. Tafels met en zonder stoelen. Iedereen zit of staat gezellig de haring te proeven met een drankje erbij. Een toepasselijk zeemanskoor maakt aanstalten om een lied te gaan zingen. Een leuk sfeertje.
Binnen staat Kim, dochter van Wiebe. Zij maakt in rap tempo de nieuwe haring schoon. Vervolgens snijdt ze hem in stukjes. Vandaar dat er zo’n rij staat. Niet iedereen pakt de haring graag bij zijn staart.
Eerst haal ik een drankje. Er is van alles: bier, wijn, fris en korenwijn natuurlijk. “Heeft u hem al geproefd,” vraag ik aan een paar gasten.
“Zeker, hij is heerlijk. Lekker vet.” Een meneer vertelt me dat hij er al vier opheeft. Ik begin met de haring in stukjes. Inderdaad: verrukkelijk!
Het laatste mootje geef ik aan een matroos van het zeemanskoor. Hij kijkt zo verlekkerd naar mijn bordje. Daarna neem ik er nog twee “aan de staart". Zoals het hoort.
Er gaat niet alleen haring rond. Er zijn tevens broodjes. Rijk belegd met zalm, paling, garnalen, krab- en tonijnsalade. Allemaal is het heerlijk. Ook de wijn is van goede kwaliteit.
Het zeemanskoor heeft inmiddels zijn laatste smartlap gezongen. Daarna treden er nog andere artiesten op. Verschillende genre’s, voor elk wat wils. Een paar mensen beginnen te dansen. Gasten schenken elkaars drankje bij. Buurtbewoners die aan komen lopen, sluiten zich aan.
Precies zoals Wiebe het in het vorige artikel (“Het geheim van het succes van Wiebe’s haring”) omschreef: “Het is ieder jaar weer een geslaagd feest.”