Het lijkt allemaal wel zo leuk een buurtwinkel...

Schinkelbuurt

Slager van der Laan noemt zich de derde generatie, reeds zijn grootvader begon als veehandelaar een slagerij en er is een kans dat de zoon van van der Laan - als hij zijn opleiding heeft voltooid - ook in de slagerij gaat werken.

Slagerij van der Laan  <p>In 1960 staan Cor van der Laan en zijn zusje Lida achter de toonbank van de slagerij.</p>

Slagerij van der Laan

In 1960 staan Cor van der Laan en zijn zusje Lida achter de toonbank van de slagerij.

Door: Marella Karpe

Alle rechten voorbehouden

Vaak hoort van der Laan de opmerking dat een buurtwinkel zo gezellig is en een samenbindende functie heeft in een buurt. Hij beaamt dat, maar er is ook een andere kant "voor het gezinsleven is het een zware belasting ". 

Hij herinnert zichzelf uit zijn kindertijd dat hij als jochie op zijn autoped al boodschappen moest bezorgen, maar ook als hij al zijn bestellingen al had bezorgd en eindelijk aan spelen dacht toe te komen werd hij door de knecht van zijn vader uit het park opgevist om nog wat klusjes op te knappen.Het was ook niet de bedoeling dat er vriendjes van school thuis kwamen, want stel je voor dat die iets in het gezinsleven zouden opmerken dat een smetje op de naam kon werpen. Later was er een strict verbod op verkering krijgen met een klant.  "Je hebt een voorbeeldfunctie, er mag niets op je aan te merken zijn. We moesten ook niet laten merken dat we geld hadden; de auto moest straten verderop geparkeerd worden.Op zondag moest de buurt kunnen zien dat we netjes naar de kerk gingen en liefst ook nog iets nuttigs deden zoals geld ophalen in de kerk". 

Volgens van der Laan was er veel stil verdriet in de gezinnen van buurtwinkeliers, met ouders die altijd aan het werk waren en weinig tijd en aandacht voor de kinderen hadden,met een gedwongen beroepskeuze ;"het was vanzelfsprekend dat ik slager werd, al had ik zelf liever kapper willen worden "  en met financiële perikelen als gevolg van het familiebedrijf zijn. Hij bedoelt daarmee dat de kinderen vaak geacht werden tegen een zeer karig loon mee te werken in de winkel onder het motto dat het bedrijf later hun eigendom zou zijn en ze daarmee hun uitgestelde inkomen zouden verwerven. In de praktijk ging meestal maar een van de kinderen verder met het bedrijf en die moest dan de broers of zussen uitkopen. En dan noemt hij nog niet eens het gebrek aan privacy; op zondagen b.v. belden de klanten rustig aan omdat ze onverwacht visite hadden gekregen en nog wat extra wilden kopen. 

Vroeger was slager zijn ook een ongezond beroep (en dan niet vanwege ongelukken met het slagersmes,want dat is  naar de ervaring van van der Laan met oplettendheid goed te voorkomen) , veel oudere slagers hebben longproblemen als gevolg van het inhaleren van giftige stoffen in de rookkast of rheuma en versleten ruggen omdat er veel getild moest worden in een koude omgeving .

Toch vindt slager van der Laan zijn vak ook mooi; "worstmaken doe ik graag, ik wilde vroeger alleen maar worstmaker zijn. Maar eigenlijk is mij sterke kant het kontakt met de klanten vanachter de toonbank. Ik ken veel klanten al van jongs af aan en je doet veel voor je klanten.  Zelfs nu nog bezorg ik na werktijd bij sommige  klanten vlees, dat zijn dan wel heel oude klanten die ons al bijna 50 jaar  trouw zijn".

Alle rechten voorbehouden

761 keer bekeken