Over Gideon Goudsmid, die van de Fiat garage, heb ik nog een leuke herinnering. Het leven van banketbakker gaat je niet de kouwe kleren zitten. Soms, als je de hele nacht had doorgewerkt, zag ik er niet altijd op mijn paasbest uit. Afgepeigerd en doodmoe zat ik dan wel eens te cholemen (= te dutten). Ik was dan al bezig vanaf de vorige avond en voordat ik naar huis ging, praatte ik graag nog wat met de vaste klanten.
Zo kwam het dat ik weer eens afgemat in een hoekje van de keuken zat toen Gideon binnenkwam en schrok toen hij mij zo zag zitten.
‘Is Dave ziek?’, vroeg hij aan Gerda. ‘Nee”, was het antwoord, ‘hij is alleen maar bekaf’. ‘Waarom gaan jullie dan niet op vakantie, waar jullie toch ook recht op hebben’, vroeg hij zich af. ‘Daar hebben we geen tijd voor’, was het commentaar.
Gideon gaf zijn bestelling op en vroeg Gerda of zij dat even klaar wilde zetten. Hij zou met 10 minuten terug zijn. Na ongeveer een half uur kwam hij de bakkerij weer in (ik was overigens al naar huis vetrokken, naar bed) met een cadeaubon. Een bon voor een gratis weekend in een hotelletje op de Veluwe. Na enige weken hebben wij dit verzilverd. Gerda en ik hebben optimaal van dit weekend gebruik gemaakt.
Dit verhaal is overgenomen uit: Herinneringen van Dave Verdooner, de Bolletjesbakker.